In mijn twee vorige blogs ging ik in op achterblijvend toezicht in de publieke sector. Toezicht is daar o zo belangrijk, omdat de Staat het allemaal grotendeels aan de vrije markt over laat. Er is dus geen eigenaar die controleert of zijn centen wel goed worden beheerd.
In het normale bedrijfsleven speelt dat minder, want daar passen de aandeelhouders zelf op hun geld. Wie veel met geld van anderen werkt, zoals banken, staat onder nauw toezicht van DNB en AFM, inclusief hoge eisen aan de bedrijfsinrichting, accountant, de integriteit en kwaliteit van medewerkers, directie en commissarissen enz. Toch stuit je ook daar soms op zaken die je in deze eeuw niet meer zou verwachten. Laten we eens als voorbeeld de Rabobank nemen.
Dat is een coöperatie: de leden daarvan zijn in feite de eigenaren. De macht wordt echter gedeeld tussen het hoofdkantoor in Utrecht en de plaatselijke banken, geleid door een directieteam met een voorzitter en een raad van commissarissen (met ook weer een voorzitter). Als we ons realiseren dat de Limburgse regionale Rabobanken ieder een slordige €2 miljard beheren en grotere zoals Echt-Roermond al snel het dubbele (geld van hun leden dus!), dan verwacht je dat dat toezicht professioneel is geregeld.
Officieel benoemt de Ledenraad die commissarissen en eveneens normaal zou zijn wanneer die commissarissen hun voorzitter uit hun midden kiezen. Het laatste wat je verwacht is dat de directeur zelf invloed op die benoemingen zou hebben. De werkelijkheid blijkt tot mijn schrik toch een heel andere te zijn: menig directeur heeft in het verleden zelf zijn voorzitter van de raad van commissarissen aangezocht en door het benoemingenproces geleid. Dat laatste was vaak niet zo moeilijk, want de directievoorzitter had een zware stem in het hele gebeuren, dit terwijl de Ledenraad meestal de deskundigheid en kracht ontbeert om echt tegenwicht bieden tegen een voorgestelde kandidaat. Het zal duidelijk zijn dat juist een zwakke directeur graag een vriendje als voorzitter van de raad van commissarissen heeft en in de praktijk blijkt het inderdaad ook zo vaak te zijn gegaan. Menig zwak directeur wordt daardoor veel te lang op zijn stoel gehouden i.p.v. weggestuurd te worden. Er zijn meerdere Rabobanken aanwijsbaar waar dat tot ernstige bedrijfsschade heeft geleid (en nog leidt).
Een andere weeffout is overigens dat de voorzitter van de raad van commissarissen tevens de Ledenraad voorzit: de slager keurt daar dus zijn eigen vlees.
Na door de overheid op de vingers te zijn getikt voor deze gebrekige compliance neemt het hoofdkantoor sinds kort een stevigere rol bij de selectie van commissarissen, maar het is nog altijd de directeur die kandidaten mag aandragen; kandidaten dus voor het toezicht op hem zelf!? In bestaande situaties wordt niet of nauwelijks ingegrepen.
Ook in de financiële sector kom je op toezichtgebied dus nog altijd zaken tegen die je in 2017 niet meer zou verwachten. Het is dus zeker niet iets dat alleen in de publieke sector speelt!
Het gaat mij overigens te ver om te stellen, dat de Rabobank “dus” slechter bestuurd wordt dan de andere banken (integendeel!). De Rabobank heeft tenminste nog lokale leden, directeuren en toezichthouders, daar waar andere banken “rechtstreeks uit Amsterdam bestuurd worden”!
Laten we tot slot ook nooit vergeten dat het hele systeem mede draait op vrijwilligers en dat de meesten wel heel goed werk leveren, ook toezichthouders. Die laatsten krijgen weliswaar een vergoeding, maar die is te laag voor wie zijn taak naar behoren vervult en in zoverre is het vaak toch echt “liefdewerk, oud papier” waarvoor mijn grote dank!
(slot)
Charles Lückers