Skip to main content
Blog

Hoe groter de aannemer des te langer de betaaltermijn (en wat doet de overheid……….?!)

Door 15 januari 2015oktober 22nd, 2018No Comments

Wat in deze column al 2 jaar geregeld aan de orde wordt gesteld, dringt nu ook door tot de Tweede Kamer en de voorpagina van het FD: (vooral) de heel grote aannemers betalen hun leveranciers en onderaannemers steeds later. Aan de wettelijke termijn van 30 dagen houden zij zich al helemaal niet meer en zelfs vaak niet aan de termijn van 60 dagen, terwijl ook meer dan 90 dagen geregistreerd wordt. Daarbij gaat de trukendoos helemaal open: de termijn begint pas te lopen na “verwerking van de factuur/goedkeuring van de werkbon/parafering door de directie… enz.”

Onze grootste aannemer, BAM, past nog een andere truc toe en wel door de termijn pas te laten ingaan aan het eind van de maand, gekoppeld aan een in de vorige zin genoemde uitsteltrucs. BAM staat daar overigens zeker niet alleen in.

Op deze wijze schuiven de grote aannemers hun eigen liquiditeitsproblemen door naar leveranciers en onderaannemers, die daardoor op hun beurt weer zwaar in de problemen komen. Als bovendien straks een van de grote bouwers failliet gaat – welk risico verre van denkbeeldig is (!)- zullen als dominostenen honderden leveranciers en onderaannemers omvallen.

In de Tweede Kamer is gevraagd om strikt toezicht op de termijn van 30 dagen, maar minister Kamp van Economische Zaken heeft dat afgewezen. Waarom? Waarschijnlijk omdat de overheid zelf mede oorzaak van het probleem is: de overheid betaalt zelf ook vaak veel en veel te laat. Als grote opdrachtgever van de aannemers is de overheid dus ronduit mede schuldig aan hun probleem. Voorts handhaaft de overheid de wet dus niet.

En zo kan dit dus nog wel eens veel verder uit de hand gaan lopen……….!

Charles Lückers,

Advocasso